Bartonella

Bartonella

We besteden aandacht aan Bartonellosis omdat het net als de ziekte van Lyme een zoönose is, omdat het symptomen kan geven die op de ziekte van Lyme lijken, en als co-infectie bij Lymepatiënten tot extra ziektelast kan leiden.

Wat is Bartonella?

Bartonella is een heel kleine bacterie die intracellulair in cellen van bloedvaten en in rode bloedcellen leeft. Er zijn twee genotypen van Bartonella, waarbij genotype 1 vaker voorkomt bij mensen met kattenkrabziekte. Er zijn meer dan 30 soorten Bartonella. De huidige RIVM-richtlijn richt zich vooral op Bartonellose als gevolg van een kattenkrab [1]. Bartonella werd pas in 1992 voor het eerst onder de microscoop gezien. Het wordt gezien als een ‘stealth bacterie’, is moeilijk te detecteren, isoleren en groeit langzaam, waardoor kweek eveneens lastig is.
De bekendste en meest bestudeerde soorten binnen het geslacht Bartonella zijn Bartonella henselae, Bartonella quintana en Bartonella bacilliformis. Bartonella interfereert met celdood en verstopt zich in rode bloedcellen, graast de nutriënten van rode bloedcellen wat tot bloedarmoede leidt, en sommige celwandeiwitten zijn endotoxines [2].

Vroege symptomen

Het begint vaak met een huidinfectie met één of meerdere knobbeltjes (2-3 mm) op de huid in de buurt van de krab of beet. Dit worden al snel blaasjes met na enkele dagen een korstje erop. Hierna verdwijnen de plekjes weer. Soms wordt dit niet eens gemerkt. Na ongeveer twee weken kunnen de lymfeklieren groot en pijnlijk worden (lymfeklierontsteking of lymfadenitis), vooral rond hoofd, nek en armen. Er kan zich in de lymfeklier een abces vormen.

Wanneer er echter contact met speeksel of de beet of krab in het oog is opgelopen, kan er een fikse ontsteking van de slijmvliezen rond het oog optreden. Soms leidt dit tevens tot een ontsteking van de lymfeklier bij het oog, waardoor een abces kan ontstaan. Deze lymfeklierontsteking kan weken tot maanden aanhouden (gemiddeld 6 weken), maar verdwijnt uiteindelijk in het geheel spontaan.

Bij 1/3 van de patiënten gaat de ziekte in de eerste dagen tot weken gepaard met koorts, hoofdpijn en algemeen ziek-zijn. Een ongewone uitslag die lijkt op zwangerschapstrepen kan optreden (3,4).

Ernstiger verloop

Bij 2% van de patiënten kan de ziekte leiden tot een hersenvliesontsteking, waarbij een verlaagd bewustzijn of zelfs coma en stuipen/convulsies en niet-epileptische aanvallen kunnen optreden [3].

Patiënten kunnen een terugval krijgen, omdat Bartonella zich periodiek terugtrekt in rode bloedcellen, die een beschermende omgeving voor Bartonella bacteriën vormen, en daarna weer verspreiden in andere weefsels.

Sommige symptomen bij ernstiger verloop zijn wazig zien, doof gevoel in armen en benen, geheugenverlies, evenwichtsproblemen, hoofdpijnen, instabiliteit met lopen, en beven. Bartonellose kan ook psychiatrische manifestaties geven [4].

Symptomen bij verminderde weerstand en atypische symptomen

Bij mensen met een verminderde weerstand verloopt de ziekte vaak ernstiger. Hierbij wordt in eerste instantie vaak knobbeltjes en bloedingen in de huid, lever en milt gevonden. Deze kunnen met koorts en algemeen ziek zijn gepaard gaan en soms zelfs tot de dood leiden [3].

Atypische kattenkrabziekte komt voor bij 5-14% van de patiënten, waarbij de meeste patiënten ernstige symptomen hebben die passen bij een gedissemineerde (verspreide) infectie [1].

Standaard medische tekstboeken beschrijven kattenkrabziekte als een ‘zelf-limiterende ziekte’, wat betekent dat het uit zichzelf over zou moeten gaan. Recent bewijs in de wetenschappelijke literatuur geeft aan dat tussen de 5-20% van de geïnfecteerden hebben een ernstiger verloop van de ziekte dan voorheen erkend werd. Symptomen kunnen een reeks van complicaties geven die resulteren in een chronische multi-systeem ziekte. De bacterie kan ogen, hart, centraal zenuwstelsel infecteren [5].

Bij langdurige (chronische) infectie kan de ziekte zich auto-immuun gaan gedragen en een auto-immuun ziektebeeld geven.

Overdracht en reservoir

  • Kattenkrabziekte: Bartonella henselae

Uit onderzoek is gebleken dat 22% van de Nederlandse katten de bacterie in het bloed heeft en dat ongeveer de helft van de onderzochte katten antistoffen heeft tegen Bartonella henselae. Dit betekent dat ze de bacterie een keer in hun leven in het bloed gehad hebben.

Katten kunnen elkaar onderling via vlooien besmetten. Het is niet duidelijk of de mens ook via een vlo besmet kan worden. Wel is zeker dat de mens besmet wordt met B. henselae via een krab of een beet of contact met speeksel van een kat. Kattenkrabziekte kan niet tussen mensen worden overgedragen.

Hygiëne na een beet of krab (wassen van de huid, wonddesinfectie en wondverzorging) is belangrijk. Verder is het goed om vlooien bij katten te bestrijden. Mensen met een verminderde weerstand kunnen beter niet met (jonge, speelse) katten omgaan [3].

  • Bartonella in het algemeen

Bartonella soorten komen voor in vlooien, luizen, teken, en kunnen ook worden overgedragen door vloeien, zandvliegen, luizen, needlesticks, mieren, muggen, oogstmijten, dazen, schurftmijten, stofmijten en luizen etende spinnen [4,5].

Er is discussie of Bartonella ook door teken wordt overgebracht.

Het vermoeden bestaat dat de door teken overgebrachte Bartonella mogelijk door een andere onbekende stam van Bartonella wordt veroorzaakt. Dit verklaart ook dat deze variant vaak niet door de testen wordt herkend. Onder andere Bartonella schoenbuchii is een mogelijke kandidaat [6].

Ondanks dat er bewijs is dat Bartonella overgebracht kan worden met een transfusie met besmet bloed, wordt er niet standaard op getest. Ook is er medische literatuur over mogelijke overdracht van moeder naar kind tijdens de zwangerschap [5].

Diagnostiek

Testen op Bartonella kan lastig zijn omdat de bacterie zich verstopt kan hebben in weefsels waardoor het relatief onzichtbaar is voor het immuunsysteem. Er kan op de bacterie getest worden met IFA, serologische, cellulaire en PCR testen, en met kweek.

Zie onze website voor laboratoria in binnen- en buitenland en kijk per lab welke testen ze aanbieden voor Bartonella: Lijst met laboratoria.

Behandeling

Behandeling is afhankelijk welke soort Bartonella gevonden is bij een patient. Macroliden en Tetracyclines worden gegeven, maar voor immuungecompromitteerden worden ook bijvoorbeeld gentamicyne, ciprofloxacin en rifampicin ingezet [7,8].

Toekomstig onderzoek

Onderzoek naar Bartonella blijft evolueren, omdat wetenschappers proberen de complexe interactie tussen deze bacteriën en hun gastheren te begrijpen. Het begrijpen van de pathogenese, de transmissieroutes en de immuunrespons op Bartonella-infecties is cruciaal voor het ontwikkelen van effectievere diagnostische methoden en behandelingen in de toekomst. Onderzoek naar de prevalentie van Bartonella (hoe vaak mensen blijvende klachten door Bartonella hebben) en de interactie met de ziekte van Lyme is nodig (9).

Daarnaast is het belangrijk om de bewustwording over Bartonella-infecties te vergroten, zodat snellere diagnose en behandeling mogelijk worden, waardoor complicaties en langdurige gevolgen voor de patiënten kunnen worden verminderd.

Referenties

[1] https://lci.rivm.nl/richtlijnen/bartonella-henselae-infectie#samenvatting

[2] https://www.news-medical.net/health/What-is-Bartonellosis.aspx)

[3] RIVM publieksinformatie:https://www.rivm.nl/bartonella-henselae-infectie

[4] https://www.lymedisease.org/lyme-basics/co-infections/bartonella/

[5] https://www.globallymealliance.org/blog/all-about-bartonella-the-stealth-pathogen-that-can-be-seen-without-a-microscope

[6] https://lymevereniging.nl/dossiers/lyme-co-infecties/?cn-reloaded=1#chapter5

[7] Rolain JM, Brouqui P, Koehler JE, Maguina C, Dolan MJ, Raoult D (2004). "Recommendations for treatment of human infections caused by Bartonella species". Antimicrob. Agents Chemother. 48 (6): 1921–33. doi:10.1128/AAC.48.6.1921-1933.2004. PMC 415619. PMID 15155180.

[8] SWAB: Stichting Werkgroep Antibiotica Beleid

[9] Kennisagenda NVI - bijdrage LV en STZ 2021

Laatst gewijzigd: 8 mrt. 2024