Historie van lymevaccins

Historie van vaccins tegen tekenbeetziekten

Eind jaren '90 was er in de Verenigde Staten korte tijd een vaccin tegen de ziekte van Lyme beschikbaar; het LYMErix vaccin. De lyme-vaccins die nu vergevorderd zijn, zijn net als LYMErix allemaal op OspA gebaseerd, dus de ervaringen met LYMErix zijn zeer relevant. Je leest er hieronder alles over.

Sindsdien zijn er geen andere vaccins voor mensen tegen de ziekte van Lyme of tegen teken op de markt geweest. Wel zijn er al sinds de jaren '70 verschillende vaccins tegen het - ook door teken overgedragen - tekenencefalitisvirus (TBE/FSME). Het TBE-virus komt in Nederland nog weinig voor, in de landen/gebieden waar dit virus endemisch is (veel voorkomt) wordt er op grote schaal tegen gevaccineerd, ook als je er op vakantie gaat kan je je (ruim van te voren!) in Nederland tegen TBE laten vaccineren.

Meer over het TBE-virus.

Gestrande vaccins: ImuLyme en LYMErix

In 1998 werd in de VS het LYMErix vaccin officieel goedgekeurd. Dit vaccin was gebaseerd op het OspA eiwit van de Borrelia burgdorferi sensu stricto. De werking bleek na twee dosis en een boosterprik 76% effectief tegen de ziekte van Lyme (RIVM, 2016). De merknaam is LYMErix van producent GlaxoSmithKline (destijds SmithKline Beecham, afgekort SKB). Het vaccin werd echter aan het begin van 2002 teruggetrokken.


Waarschuwingen van ImuLyme

Rond 1994-1995 werd naast LYMErix nog een ander vaccin in fase III klinische studies getest, het vaccin ImuLyme van Pasteur Mérieux Connaught (nu SanofiPasteur). Ook dit vaccin had 3 doses nodig. Dit vaccin is nooit op de markt gebracht omdat Pasteur wist van de ernstige bijwerkingen en al vroeg met rechtszaken vandoen kreeg (Weintraub, 2013). Ze waarschuwden de FDA dat sommigen artritis ontwikkelden. SKB was al wat verder met de ontwikkeling en zag de waarschuwing aan de FDA als een poging van de concurrent een politiek spel te spelen (Bolderdijk, 2021).


'Voluntary recall'

Desondanks werd in 1998 het LYMErix-vaccin geregistreerd door de Food and Drug Administration (FDA), met als voorwaarde dat er verder postmarketingonderzoek gedaan zou worden naar mogelijke meer zeldzame bijwerkingen, zoals artritis. Nadat LYMErix op de markt was gebracht kwam het adviserend orgaan met betrekking tot vaccinaties in Amerika (Advisory Committee on Immunization Practices), met een ongebruikelijk voorzichtige aanbeveling voor het gebruik van LYMErix. Zelfs voor de hoogste risicogroepen, gedefinieerd als individuen met een groot risico op blootstelling aan (besmette) teken, werd geadviseerd om vaccinatie te ‘overwegen’ in plaats van een duidelijke aanbeveling tot het gebruik van het vaccin (Weintraub, 2013; RIVM, 2016).

De mogelijke bijwerkingen kregen veel aandacht. Er meldden zich gevaccineerden die zeiden dat ze (invaliderende) artritis en neurologische klachten hadden en al in 2001 regende het rechtszaken.

In een bijeenkomst in Januari 2002 met de FDA gaf de voormalig labdirecteur van ImuLyme van Connaught, een verslag over 22 gevallen waarbij de adverse outcomes medisch gezien zeker waren (Weintraub, 2013).

Een maand later, in februari 2002 werd het vaccin door de fabrikant van de markt gehaald, met als officiële reden de tegenvallende verkopen. De rechtszaken werden een jaar later gesettled.


Commerciële lezing

De commerciële lezing over de LYMErix geschiedenis legt de oorzaak van het falen van het LYMErix vaccin bij 'vermeende' klachten, anti-vaxers, de schadeclaims, de negatieve publieke beeldvorming en de daarom tegenvallende verkopen waardoor SKB het vaccin terugtrok, en zelfs dat ImuLyme hierdoor nooit geregistreerd werd (Kaaijk, 2016; Hovius, 2021). Er was echt wel wat meer aan de hand dan ‘vermeende’ klachten en het was andersom: ondanks de ervaringen met en terugtrekken van ImuLyme is LYMErix toch op de markt gebracht.

Een statement als dit: “Eind jaren negentig was er ook al een op het OspA-eiwit gericht vaccin tegen Lyme beschikbaar. Dat veranderde echter toen antivaccinatiecampagnes ongefundeerde claims over ernstige bijwerkingen hadden verspreid. Daardoor werden mensen bang om zich te laten vaccineren (Klein, 2020).” helpt natuurlijk ook niet om mensen die kritisch ten opzichte van vaccins staan, te helpen overtuigen dat nieuwe lymevaccins wel veilig zouden kunnen zijn.

Dattwyler (2022) beschrijft nog een aantal andere factoren die aan het falen zouden hebben bijgedragen: de lage ‘efficacy rate’ in het eerste jaar, de noodzaak voor boosters om de antilichamen op peil te houden, het feit dat er een effectieve behandeling is, dat kinderen jonger dan 15 jaar niet waren geïncludeerd in de indicatie (Court Transcript, 1998) en dat tegenstrijdige medische terminologie voor verwarring en aarzeling bij zorgprofessionals hebben gezorgd wat weer tot publiekelijke sceptische houding leidde.

Dit lijken ons echter bijzaken; patiëntenervaringen en of deze ervaringen serieus genomen worden, zijn belangrijker en dat was bij LYMErix niet gebeurd. Gezien de geschiedenis, zal bij het op de markt brengen van een nieuw lymevaccin, zeker omdat het ook OspA gebaseerde vaccins zijn met per definitie vergelijkbare risico’s als bij LYMErix, goed nagedacht moeten worden over de communicatie over de veiligheid, wil het vaccin geaccepteerd worden.

Hoe zit het met OspA in LYMErix?

Auto-immuunreactie of niet?

Tegelijkertijd met de publicatie over de vaccin-resultaten, publiceerde Steere met immunoloog Huber – tot ongenoegen van de fabrikant SKB - dat OspA een 'specific trigger' van chronische Lyme zou kunnen zijn (Weintraub, 2013). De veronderstelling was dat er een redelijke overeenkomst bestaat tussen het OspA-molecuul en een menselijk proteïne LFA-1. Na vaccinatie met OspA is er een mogelijkheid dat T-cellen deze proteïnen gaan aanvallen. LFA-1 is herleid tot het gezamenlijk gebonden artritis-gen HLA-DR4. Dit gen is bij een derde van de bevolking gevonden, waardoor de kans op een reactie op het vaccin groot werd geacht (Gross et al., 1998; Brouwer, 2022). Skeptici brachten juist naar voren dat ondanks dat een molecuul op een lichaamseigen molecuul lijkt, dit nog niet tot ziekte leidt. T-cell kruisreactiviteit is een algemeen voorkomend fenomeen, en die kruisreactiviteit op zich is geen voorspeller van auto-immuunziekte. Ook co-infecties en andere ontstekingssyndromen kunnen een rol spelen in versterkte afweerreacties (Dattwyler, 2022). Voor het verband is nooit overtuigend statistisch bewijs gevonden, waarschijnlijk doordat de autoimmuunreactie optrad bij een relatief beperkt aantal ‘unlucky recipients’ en niet naar voren was gekomen in de trials (Marks, 2011; Weintraub, 2013).

Een tweede en later patent is van Brigitte Huber, voor een genetisch gemanipuleerd OspA. In dit patent wordt melding gemaakt van de zgn. ‘binding score’ voor de twee OspA’s, die lieten zien dat boven een bepaalde cutoff OspA een autoimmuun reactie veroorzaakte. LYMErix testte boven de cutoff, het nieuwe OspA eronder. Dit was wel degelijk gedetailleerd bewijs dat de autoimmuunreactie reëel en geen theorie was (Weintraub, 2013).


Hyperactiviteit

Een ander probleem met het vaccin was dat laboratoria in heel de VS te maken kregen met blots van gevaccineerden die positief waren op veel meer dan de vaccinbanden - 15-20 banden, veel meer dan het minimum van 5 banden - het criterium voor de diagnose voor de ziekte van Lyme. Ze konden met de blots van die tijd niet meer zien of de banden positief waren door een besmetting. In een kleine proef veroorzaakte OspA hyperactiviteit van het immuunsysteem bij 19 van de 20 proefpersonen en werden bovendien bij 2 van de 20 ‘adverse’ reacties waargenomen zoals gezwollen handen. Marks (2011) beschrijft meer dan 20 ernstige neurologische gevallen. Door de instabiliteit van OspA werd getheoreticeerd dat de banden op de bestaande blots in feite allemaal van OspA afkomstig waren en de testen dus niet veel voorstelden. SKB heeft de bevuilde blots nooit ontkend maar vroeg om meer tijd om het goed te bestuderen (Weintraub, 2013).


Invloed op de diagnostische criteria

Opvallend is dat OspA en OspB, kenmerkend voor Borrelia, beide verwijderd zijn uit de ‘ziektedefinitie’ van de ziekte van Lyme met de Dearborn conferentie in 1994. Drie van de negen door de CDC ingehuurde en stemmende commissieleden hadden vaccin-belangen: de wetenschapper die het patent voor Yale University hield, de maker van het hondenvaccin Lymevac, en de schrijver van de serologische criteria en onderzoeksleider van de vaccin-trials. Bovendien, de FDA had maanden voor de Dearborn conferentie al Steere’s serologische criteria geaccepteerd voor de LYMErix-trials (Weintraub, 2013).


Het grote geld

In de bij de NIH aanwezige plannen is terug te lezen dat OspA een eerste stap zou zijn voor een vaccin, gevolgd door OspB. Vaccin ontwikkeling vergt een eenvoudig te testen ziektedefinitie om klinische trials succesvol te kunnen doorlopen en goedkeuring te kunnen krijgen, met als gevolg: ontkenning van Lymeziekte buiten deze criteria.

Het veranderen van diagnostische criteria zodat de ziekte van Lyme als persisterende en immuundisregulerende ziekte erkend kan worden, is niet in het belang van degenen die bezig zijn met vaccin-ontwikkeling. De diagnostische criteria zijn dus vooral ingegeven voor business modellen voor vaccins op basis van OspA en OspB (Weintraub, 2013). Ons inziens is dit nog niet veranderd.

Bronnen

Bolderdijk, R., microbioloog, voormalig hoofd laboratorium, email communicatie, 2021.

Brouwer, J., Een veilig en effectief vaccin tegen de ziekte van Lyme, is dit haalbaar? Toegepaste Biologie, Aeres Hogeschool, Almere, 2022.

Court Transcript, Vaccines and Related Biological Products Advisory Committee (VRBPAC) Meeting. Open Public Hearing on LYMErix, recombinant Lipoproteins OspA Lyme Vaccine from SmithKline Beecham Pharmaceuticals. Court Transcript. Neal R. Gross, Court Reporters and Transcribers, 1–325, 1998.

Dattwyler RJ, Gomes-Solecki M. The year that shaped the outcome of the OspA vaccine for human Lyme disease. NPJ Vaccines. 2022;7(1):10. Published 2022 Jan 27. doi:10.1038/s41541-022-00429-5 https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/35087055/

Gross DM, Forsthuber T, Tary-Lehmann M, et al. Identification of LFA-1 as a candidate autoantigen in treatment-resistant Lyme arthritis. Science. 1998;281(5377):703-706. doi:10.1126/science.281.5377.703 https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/9685265/

Hovius, J., Van den Wijngaard, K., Van Everdingen, J., Van den Broek, J. Lymeziekte over teken, tekenbeten en tekenbeetziekten, 2021. Geraadpleegd op 30-01-2022, van https://www.biomaatschappij.nl/wp-content/uploads/2021/04/Lymeziekte-PDF-DEF.pdf

Kaaijk P, Luytjes W. Vaccination against Lyme disease: Are we ready for it?. Hum Vaccin Immunother. 2016;12(3):757-762. doi:10.1080/21645515.2015.1087628 https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/26337648/

In het Nederlands: zie de webblog van het RIVM: https://www.rivm.nl/weblog/vaccineren-tegen-ziekte-van-lyme-hoe-ver-zijn-we

Klein, A. (04-08-2020) Vaccin tegen ziekte van Lyme blijkt veilig en effectief. Geraadpleegd op 13-05-2022, van https://www.newscientist.nl/nieuws/vaccin-tegen-ziekte-van-lyme-blijkt-veilig-en-effectief/

Marks DH. Neurological complications of vaccination with outer surface protein A (OspA). Int J Risk Saf Med. 2011;23(2):89-96. doi:10.3233/JRS-2011-0527 https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/21673416/

Weintraub, P., Cure Unknown: Inside the Lyme Epidemic (Revised Edition with New Chapter), St. Martins Griffin, New York, 2013. Lees het hoofdstuk over vaccins hier: https://www.lymedisease.org/vaccine-chapter-of-cure-unknown/

Laatst gewijzigd: 9 aug. 2022