Hoe voorkom je een tekenbeet?

Voorzorgsmaatregelen

Bij verblijf in bos, tuin en ander groen kun je een tekenbeet oplopen waar je ziek van kunt worden. De meeste mensen worden gebeten in de periode van maart t/m oktober, maar teken zijn al vanaf 5°C actief dus een beet kan het hele jaar voorkomen. Van een tekenbeet voel je doorgaans niets, het is niet pijnlijk, dus goed opletten is nodig. Neem onderstaande voorzorgsmaatregelen en: na verblijf in het groen een tekencheck doen!

1. Vermijd plekken waar teken graag zitten

Teken bevinden zich meestal in de buurt van de grond; in bladafval, gras, bloemen, planten en struiken tot een hoogte van 1,5 meter. Ze houden van een bodem die vochtig blijft en zitten vaak tussen de bladeren, op grassprietjes of op takjes. Blijf tijdens het wandelen op de paden, uit de buurt van overhangend groen en vermijd en voorkom risicoplekken in je tuin, daarover later meer.

2. Kleed je zo dat teken niet bij je huid kunnen komen

Draag bij verblijf in het groen, lichaam bedekkende, licht gekleurde kleding. Teken zijn op lichte kleding beter zichtbaar. Draag lange mouwen, die goed aansluiten rond je polsen, stop je shirt in je broek, draag een lange broek, stop je broekspijpen in je sokken en draag gesloten schoenen. Draag een hoed of pet. Dat is vooral belangrijk voor kleine kinderen, want teken kruipen bij kinderen graag op het hoofd en in de nek. Doe lang haar vast of stop het in je hoed of pet.

3. Gebruik een teken-afweerspray voor huid en kleding

Door het gebruik van een tekenspray wordt het risico op een tekenbeet verkleind, maar een tekenbeet is nog steeds mogelijk! Uit studies blijken sprays met DEET, IR3535, picaridine of citroen-eucalyptus olie (citrodiol) het meest effectief. Ook kleding die is voorbehandeld met permethrine, die te koop is bij outdoorwinkels, kan helpen. Permethrine-spray, waarmee je bijvoorbeeld je schoenen kan insprayen, is in Nederland niet te koop, wel in Duitsland. Lees altijd goed de gebruiksaanwijzing en let op of het ook geschikt is voor kinderen en dieren (en welke dieren!), voordat je teken-afweerspray bij hen gebruikt. Wij hebben de tekenspray in onze webshop met veel zorg gekozen: het is een veilig middel voor mens en dier.

4. Doe een tekencheck en houdt een tekenverwijderaar gereed

Wanneer je buiten in de natuur bent, controleer dan je kleding en huid regelmatig op teken. Veeg teken die zich nog niet hebben vastgebeten direct weg en verwijder teken die zich in de huid hebben vastgebeten zo snel mogelijk en op de juiste manier. Daarom is het belangrijk dat je altijd een tekenverwijderaar bij de hand hebt bij verblijf in tuin of natuur!

Teken, vooral de nimfen en larven, kunnen kleiner zijn dan een millimeter, let dus op kleine zwarte stipjes! Doe ook bij thuiskomst een tekencheck, controleer zorgvuldig het hele lichaam, kijk goed en voel voorzichtig met je handen over je huid, voel je een hele kleine oneffenheid kijk of het een teek is en verwijder haar dan in een rechte beweging op de juiste manier uit de huid. Let op: als je één teek vindt zitten er vaak meerdere! En van een tekenbeet voel je doorgaans niets.

Neem bij thuiskomst ook een douche om eventuele losse teken weg te spoelen. Een teek kan overal op het lichaam bijten, maar houdt vooral van warme en vochtige plekjes zoals achter de oren, in de nek, haarlijn, knieholtes, liezen, bilspleet, navel en oksels. Een verwijderde teek kan in plakband geplakt worden of in een dichtgeknoopt plastic zakje, en worden weggegooid.

5. Controleer je kleding op teken

Controleer je kleding en let daarbij speciaal op ‘verstopplekken’ zoals zoomrandjes, kragen, riemen, vouwen, naden, schoenen, omgeslagen of opgerolde broekspijpen en mouwen. Teken verstoppen zich graag een paar dagen in kleding of schoenen. Als je bijvoorbeeld in oude kleding in de tuin hebt gewerkt, kun je een paar dagen later alsnog een teek oplopen bij het aantrekken van die kleren. Een plakkende kledingroller of kleefroller, kan bij het controleren van de kleding een handig hulpmiddel zijn. Hoewel teken de wasmachine (< 60 graden) vaak overleven, gaan ze meestal wel dood als je de kleding een half uur in de wasdroger doet, teken kunnen niet tegen droge lucht. Eventueel kan je tot aan de wasbeurt de gedragen kleding in een gesloten zak bewaren.

6. Houd je eventuele huisdieren teekvrij

Huisdieren nemen de teek vaak als ongenode gast mee naar binnen. Voor huisdieren zijn goede middelen verkrijgbaar via dierenspeciaalzaken of dierenartsen. Let op, tegen teken werken deze middelen minder lang dan tegen vlooien. Vlooiendruppels voorkomen dat de teek het huisdier bijt, maar ze houden de teek niet weg en zouden dus toch wel op de vacht kunnen zitten. Doe dus ook bij je huisdier een tekencheck! Let op: honden en paarden kunnen ook ziek worden door tekenbeten!

Dit filmpje laat zien hoe een systematische tekencontrole het best gedaan kan worden:

Waar vind je teken?

Teken houden zich voornamelijk op in bladafval, (schaduwrijk, vochtig) gras, lage beplanting en struiken, ze zitten meestal tot een hoogte van ongeveer 1,5 meter. Ze zijn niet zo kieskeurig, in elk type begroeiing zou je een tekenbeet kunnen oplopen. Hoewel de meeste tekenbeten in het bos worden opgelopen, wordt 1 op de 3 tekenbeten opgelopen in de tuin. Teken worden vooral verspreid door kleine knaagdieren zoals muizen, maar ook door onder andere eekhoorns, vogels, huisdieren zoals kat en hond en grotere zoogdieren zoals herten.

Reeën (en ander wild) zijn ook verspreiders van de teek, dus ter hoogte van ca. 1 meter boven de grond kunnen de teken ook gemakkelijk van de ree overlopen op struiken en daarna op een toevallige voorbijganger. Vogels en eekhoorns houden zich op in bomen, dus er is ook kans dat je een teek kunt oplopen die wat hoger in het geboomte zat. Teken vliegen niet en laten zich niet van een grote afstand vallen, er moet contact zijn met de struik, plant, boom of grashalm zodat ze kunnen overlopen en zich aan je kunnen vastgrijpen.

De teek wordt geactiveerd door het verhoogde koolzuurgehalte in de uitademingslucht, door de warmte van naderende gastheren (mens en dier) en bewegende voorwerpen. Sommige mensen zijn blijkbaar aantrekkelijker voor teken dan anderen, net als dat voor muggen geldt. 

Tekenseizoen

Zodra het buiten kouder wordt dan zo'n 5 - 7 graden, graven teken zich in: ze gaan ondergronds. Ze kunnen, als het moet, makkelijk weken of maanden zonder eten of drinken. Als het weer wat warmer wordt komen ze omhoog om op zoek te gaan naar een (warm) dier of mens om zich te voeden met bloed. In de huidige klimaatomstandigheden betekent dit dat teken vrijwel het hele jaar door "bovengronds" zijn.

Het onderstaande kaartje geeft (bij benadering) weer in welke maanden de meeste tekenbeten worden gemeld bij tekenradar.nl. Het aantal aanwezige teken heeft maar ten dele een relatie met het aantal gemelde tekenbeten:

  • als mensen niet/nauwelijks in de natuur verblijven of in de tuin werken (zoals in januari en februari) zullen ook niet of nauwelijks tekenbeten gemeld worden: dat heeft dus meer te maken met de hoeveelheid mensen buiten dan met het aantal teken op zoek naar een gastheer;
  • tekenradar.nl doet alleen in het "hoogseizoen" iets aan publiciteit; daardoor weten de meeste mensen buiten die periode niet van het bestaan van tekenradar.nl of dat men daar een beet zou moeten melden.

Maar dat je in de zomermaanden extra alert moet zijn op teken staat als een paal boven water!

Teken-afweer middelen

Zoals hierboven gemeld zijn er verschillende teken-afweermiddelen op de markt. Vaak werken deze ook tegen muggen. Middelen met DEET, IR3535, picaridine of citroen-eucalyptus olie (citrodiol) zijn volgens studies het meest effectief. Bekijk de studies op www.tekenbeetziekten.nl/wetenschappelijke-bibliotheek/overig

Daarnaast wordt nog wel eens een mogelijk gunstig effect van knoflooktabletten genoemd. Volgens deze publicatie hebben mariniers in Zweden bij gebruik van knoflook minder teken gehad. Bij de meerderheid van de mariniers die aan de volledige studie-opzet meededen was het aantal teken verminderd. Niet met knoflook behandelde militairen hadden 70-79% meer kans op een tekenbeet. Er is niet duidelijk op te maken om hoeveel minder teken het gaat. In een ingezonden commentaar op de studie wordt dat effect ‘marginaal’ (niet erg belangrijk) genoemd t.o.v. andere middelen.

In onze webshop vind je naast veilige tekenverwijderaars ook een tekenspray op basis van het middel IR3535; de Sentz Insect Schild. Deze natuurvriendelijke en biologisch afbreekbare spray is een verantwoord alternatief voor DEET. In tegenstelling tot DEET is de Sentz Insect Schild geurloos, niet irriterend voor de huid en is het geschikt voor kleine kinderen vanaf 1 jaar. Deze spray werkt onder andere afwerend tegen teken, muggen, steekvliegen, zandvliegen, wespen, bijen en mieren.

Teken in de tuin: vaker dan je denkt

Door Fedor Gassner

Bioloog en tekenexpert, Gassner Biologisch Risico Advies

Tekenbeten in de tuin zijn meer algemeen dan men denkt. Al jaren blijkt dat ten minste één op de drie tekenbeten die mensen via de website tekenradar.nl rapporteren in de tuin werd opgelopen. Misschien is dit ten dele een verklaring van het feit dat één op de drie mensen met de ziekte van Lyme nooit een tekenbeet heeft gezien.

Enerzijds kan dit komen doordat mensen categorisch de grootte van een teek overschatten: een teek is meestal niet groter dan een plat maanzaadje. Aan de andere kant kan het zijn dat men helemaal niet op zoek is geweest naar teken, want wie doet nou een tekencheck na bezoek aan de tuin?

Als je tuin op een bos lijkt kun je rekenen op tekenbeten. Maar zitten er ook teken in meer algemene tuinen? Het antwoord is ja: zelfs in stadse tuintjes midden in de bebouwde kom kom je teken tegen. Het zijn er vaak maar enkele, maar doordat de mens veel tijd doorbrengt en in nauw contact komt met het groen, bijvoorbeeld tijdens tuinieren, kun je ze toch tegenkomen.

Gelukkig moet je er nog enige moeite voor doen: de teek kan niet springen en beweegt zich zo weinig mogelijk en traag: ze zitten in hinderlaag op grassprietjes, takjes of dode bladeren dicht bij de bodem tot een hoogte van 1,5 meter.

Wel of geen teken in de tuin?

Allereerst moet je nagaan of het werkelijk over teken in de tuin gaat. Vanaf het moment dat een teek op het lichaam komt kan het soms nog uren duren voordat de teek tot bijten overgaat. Teken doen bovendien meerdere dagen over hun bloedmaal. Denk je de teek in de tuin opgelopen te hebben, kan het dus ook tijdens een boswandeling vorige week geweest zijn.

Ook zijn er enorm veel beestjes die erg op een teek lijken, denk aan de larven van lieveheersbeestjes, kleine spinnetjes, zogenaamde springstaartjes, mijten, bladluizen en ga zo maar door. De meeste van deze beestjes zijn onschuldig. Een eenvoudige manier om te checken of het om een teek gaat is door te proberen het beestje plat te drukken: bij teken (en vlooien) lukt dit bijna niet! Kijk naar de onderstaande foto om de teek te herkennen. Maak je je echt zorgen? Stuur dan de vermeende teek op ter identificatie bij het KAD. (Let op: hier zijn kosten aan verbonden!)


De meest algemene teek in Nederland: de schapenteek Ixodes ricinus. Van links naar rechts: larve, nimf, volwassen mannetje en volwassen vrouwtje. Foto: Fedor Gassner.

Wanneer kun je teken in de tuin verwachten?

Er zijn twee voorwaarden die het de teek makkelijk maken:

  1. Een vochtige bodem die vochtig blijft door een dikke laag dode bladeren (‘strooisel’), hoog gras, klimop of kort gras met veel mos.
  2. Aanwezigheid van gewervelde dieren, bijvoorbeeld muizen, ratten, egels, eekhoorns, katten, honden, hoefdieren zoals reeën en grond bewonende vogels zoals merels.

Daarnaast komen soms specifieke tekensoorten voor op plekken waar vogels nestelen, zoals nestkastjes en boomholtes. De kans om door dergelijke teken gebeten te worden is echter klein: dergelijke teken hebben meestal voorkeur voor vogels.

Plekken waar je dus wél met teken te maken kunt krijgen zijn vooral schaduwrijke rijk begroeide plekken met bodembedekkende planten of strooisellaag. Dit zijn vooral plekken onder bomen, dicht langs en onder struikgewas. Ook op het grasveld kun je teken tegenkomen, maar dan bijna alleen op schaduwrijke plekken dicht langs struiken.


Zittend op de stoel op het terras is het nagenoeg uitgesloten een teek tegen te komen. Loop je tussen het klimop of de bosjes naast het terras, kun je rekening houden met tekenbeten. Voorkom dus overhangende vegetatie als je tekenvrij wilt zitten.

Er zijn dus ook heel veel plekken waar de kans heel klein is teken aan te treffen: op een goed onderhouden gazon, alle plekken met verharde ondergrond, op kale zandbodem, en stukken tuin die regelmatig geschoffeld of omgespit worden zoals de groentetuin of een bloemperk.


Op de kale regelmatig bewerkte aarde van de groentetuin voelen teken zich niet thuis.

Hoe kun je het best omgaan met teken in de tuin?

Er zijn verschillende manieren om om te gaan met teken in de tuin. De belangrijkste: begrijp waar teken wel of niet kunnen zitten. Heb je contact gehad met het groen waar teken kunnen zitten, controleer dan je lichaam op tekenbeten. Bedenk dan ook dat teken ook in de kleding achter kunnen blijven. Kleding kun je tekenvrij krijgen door deze op ongeveer 60°C te wassen, of als de kleding droog is, deze 10 minuten bij 60°C in de droger te stoppen. Teken overleven maar een paar dagen in huis: je kleding een dag of vijf droog weghangen werkt ook afdoende.

Preventieve maatregelen zoals het gebruik van tekenwerende middelen, de broek in de sokken dragen en het dragen van dekkende of met permethrine geïmpregneerde kleding gaat wellicht te ver voor een dagelijks bezoek aan de tuin, maar kunnen wel helpen bij intensief contact met het groen, zoals tuinieren. Een tekencheck blijft dan evengoed noodzakelijk.

Woon je in een omgeving waar veel teken voorkomen, of zitten er veel teken in de tuin? Het is erg moeilijk de hele tuin tekenvrij te houden of te krijgen. Het is dan prettig plekken in de tuin te maken waar je kunt lopen of zitten zónder teken tegen te komen: verharde paden of terrasjes zonder overhangende vegetatie.

Op verharde ondergrond voelen teken zich niet thuis en drogen ze in de zon snel uit. Op die manier kun je tóch zorgeloos genieten van de tuin.

Mocht je dan wel tussen het groen moeten, weet je dat je maatregelen kunt treffen.

Aanvullende maatregelen die kunnen helpen (maar geen garantie bieden en vrij arbeidsintensief zijn):

  • Maai het gras regelmatig, vooral op schaduwrijke plekken
  • Voorkom mos tussen het gras
  • Voorkom opbouw van een dikke permanent aanwezige bladerlaag op de bodem
  • Schoffel of hark de ondergrond zo nu en dan
  • Voorkom overhangende vegetatie op plekken waar je loopt of zit
  • Houd huisdieren zoveel mogelijk tekenvrij
  • Plaats eventuele voederplekken voor vogels boven een ondergrond waar teken niet overleven
  • Voorkom wilde hoefdieren (zoals reeën) in de tuin.

Helaas zijn er in Nederland geen bestrijdingsmiddelen die geschikt of effectief zijn voor gebruik om teken in de tuin te doden. Er wordt bijvoorbeeld wel gewerkt aan biologische bestrijding met behulp van kleine aaltjes, maar deze methode is nog niet beschikbaar voor consumenten. www.naturetoday.com

Teken in de tuin: een alternatieve oplossing

Frank van den Dungen is op zoek gegaan naar een alternatieve manier om de vele, vele teken in zijn tuin op een natuurlijke manier te verwijderen en kwam uiteindelijk uit bij de parelhoen (ook poelepetaat genoemd).
Je leest hier zijn pleidooi voor het inzetten van de natuurlijke vijanden van de teek.

Preventief alternatief: Take-Away, de mens als natuurlijke vijand

Teken in je tuin: een alternatieve oplossing - 2
Frank van den Dungen - foto’s : Jet van Zijl

In het artikel hiervoor heb ik mijn relatie met teken geschetst. Mijn eerste kennismaking. Mijn bedenkingen bij hun aandrang om mij te visiteren. En mijn huis-tuin-en-keuken-onderzoek naar manieren om ze te vlug af te zijn. Want het zijn en blijven ongenode gasten, die ik liever preventief te lijf wil gaan. Anders gaan deze invasieve paraklitten jou te lijf. Mijn verhaal eindigde met een oproep aan studenten en wetenschappers om onderzoek te doen naar de natuurlijke vijanden van de teek. En daarvoor heb ik, op basis van wat rondscharrelen in wetenschappelijke publicaties, kippen, kwartels en poelepetaten genomineerd. Daarbij heb ik tegelijk mijn bedenkingen geuit: want poelepetaten, ook wel parelhoenders genoemd, scoren in de literatuur hoger als het gaat om hun voorkeur voor teken als tussendoortje. Maar lees eerst de bijsluiter: want je maakt ook veel kans op een bezoek van de rijdende rechter, omdat je buren meer dan genoeg hebben van de krijsende alarmkreten van dit waakzame pluimvee. Hier een link.

De trefkans van de teek

Bovendien heb ik na mijn experimenten met Barnevelders en Gentse Koekoekskippen als tekeneters nagedacht over de pikorde van pluimvee en de trefkansen van de teek daarbij. Want de kans dat ‘mijn’ havik al mijn pluimvee uit mijn tuin plukte, bleek in de praktijk velen malen groter dan de kans dat mijn kippen mij van de teken verlosten. Het verschil zit in de aanpak. Mijn havik was, nadat hij mijn kudde kippen eenmaal had ontdekt, gericht op dit hoofdgerecht. Mijn kippen daarentegen scharrelden overal en nergens rond en aten alles wat groen was of bewoog. En zelfs al zette ik ze midden in de bodembedekker, waarvan ik zeker wist dat daar teken hun vaste stek hadden, dan nog had dit hapje nauwelijks extra aantrekkingskracht voor mijn kippen.

Steeds meer teken

Terwijl het omgekeerde wel het geval was. De teken bleken mijn kippen wel op prijs te stellen. Ik heb - door de interventie van mijn havik - niet de kans gehad om uit te vogelen of die kippen elkaar daarna weer schoon peuzelden. En ook aan poelepetaten, die volgens de overlevering - want wetenschappelijke literatuur is er eigenlijk nauwelijks over - een meer selectieve voorkeur voor teken schijnen te hebben, heb ik me daarna niet gewaagd. Daarom ook mijn oproep voor onderzoek aan de voorkant. Want doordat het klimaat explodeert zijn er steeds meer teken. Doordat tegelijk onze biodiversiteit implodeert, wordt het aandeel van mogelijke natuurlijke vijanden steeds kleiner. En het lijkt nog wel even te duren voordat Wageningen University & Research de nematoden zover geselecteerd en getraind heeft dat je deze bacteriën in je tuin kunt vernevelen, zodat ze als geheime agenten de tekenkolonies daar van binnenuit oprollen. Want er is wél wetenschappelijk perspectief op een oplossing.

Hard tegen hard

Inmiddels ben ik via een dierenarts, die jarenlang in de tropen heeft meegewerkt aan onderzoek naar de tekenplaag die daar de veestapel belaagt, wat aan het denken gezet. Bij een onderzoek naar teken wordt enerzijds de plaagdruk gescand door rond te lopen met een sleepdoek. Anderzijds wordt de vangst geteld bij de kippen die ingezet worden om teken te bestrijden. Maar daarvoor worden die dan van binnen bekeken. De maaginhoud wordt onderzocht. Maar dat is dan ook einde kip. Tja. De wetenschap is hard. Maar de natuur ook. Want die teken zitten gewoon te wachten tot je met een stukje bloot vel langskomt. En dan komen ze niet alleen bloed bij je halen. Ze brengen tegelijk een vracht aan asielzoekende bacteriën, virussen en andere zoönotische gasten met zich mee. Die op hun beurt weer een hele reeks enge ziektes en kwalen kunnen veroorzaken, waar vooralsnog weinig kruid tegen gewassen is.

Bloot

Ja, en toch…. Het bloed kruipt … En dat betekent in mijn geval dat ik me niet helemaal wil inpakken met dichte schoenen of laarzen, tekenwerende sokken over een lange broek, altijd tuinhandschoenen en potdichtgeknoopte lange mouwen. En dat ik - als ik het helemaal volgens het handboek zou willen doen - dan al dat textiel ook nog eens moet behandelen met Permethrin of met DEET. En dat terwijl ik zomers domweg gewoon met blote armen en benen buiten wil kunnen blijven lopen.

Nieuwe aanpak

En daar ontkiemde het zaadje voor een nieuwe aanpak. Met sandalen en blote benen buiten liep ik immers een verhoogde kans dat ik door teken aangeklampt zou worden. Want ik was immers warm, ik stootte CO2 uit, ik rook naar leven en ik bewoog. En de teek was door onze ondoorgrondelijke schepper toegerust met het ‘Orgaan van Haller’. Dat is een kleine scanner aan de uiteinden van zijn voorpoten met een aantal zintuigcellen waarmee een teek de diverse signalen kan oppikken die erop duiden dat er een levend wezen in zijn buurt moet zijn.

Tekensleep als take-away

Dus als ik zo buiten zou lopen, dan was ik een gegarandeerde attractie. Zoveel lering had ik inmiddels wel uit de praktijk getrokken. Dat hoefde niet met onderzoek bevestigd te worden. En als ik dan zo’n tekensleep, die onderzoekers gebruiken om de plaagdruk vast te stellen, achter me aan zou trekken, zou ik er dus wel eens een aantal kunnen arresteren. Dus ik ging aan de slag met mijn tekensleep. Een flinke lap zachte flanel met een zoompje van mijn vrouw erin. Wit natuurlijk, want dan zie je die bruine boeven het beste. Een stukje elektriciteitsbuis door de zoom. Aan de uiteinden daarvan een touwtje. En mijn take-away was klaar. Bij de eerste ronde had ik er een stuk of vijf op mijn sleep. Maar ook twee op mijn benen. Die waren duidelijk op zoek naar een mooi zacht plekje om hun consumptie te bestellen. Dat was natuurlijk niet de bedoeling, ook al eindigden ze hun uitstapje even zo vrolijk onder een plakbandje. Want dat had ik daartoe, met voorbedachte rade naast een jampotje voor de buit op mijn tuintafel geïnstalleerd. Bij de tweede ronde ving ik er nog eens twee. En daarna bij een derde ronde viel er niets meer dan wat zaad van kleefkruid, vergeet-me-nietjes en ander groen op mijn tekensleep te bespeuren. Dus ik begon te denken dat ik met deze gerichte aanpak succes had.

Twee keer per week een rondje teek

Tot ik een dag of wat later ’s avonds toch weer een exemplaar ergens boven mijn bovenbeen moest epileren. Die teek had dus geduld gehad. En een lange adem. Nou, die heb ik ook. Dus ik doe nu, afhankelijk van het weer, een of twee keer in de week een rondje teek. Ik loop nu links naast mijn tekensleep. Dan vang ik zelf minder. En ik werk vanaf de randen van het gazon de borders in. Op het gazon zelf vang ik bijna nooit iets. Op de zijtakken van struiken ook niet. Maar op bloemen en planten is het regelmatig raak. Na zo’n meter of tien, vijftien, kijk ik telkens of ik beet heb. Zo ja, dan vouw ik mijn sleep even dubbel om mijn buit veilig over te brengen naar mijn tekentafel. Daar kan ik ze tapen en in verzekerde bewaring te stellen. Vaak volgt dan een klein meditatief momentje om de zaadjes en andere bijvangst weer mijn sleep te plukken. En zo komen we met deze take-away ook zo goed als teekvrij deze zomer door. Vandaag of morgen komt er vast iemand met een lumineus idee voor een betere take-away. Ik hoop dat u dat dan hier wilt delen. Want Lyme? Dat is en blijft drie keer niks.

Vond je deze informatie nuttig?

Help ons dit soort informatie up-to-date te houden en nog breder te delen. Daar is geld voor nodig. Je donatie zouden we daarom heel erg op prijs stellen! Je kunt dit op heel veel manieren doen! Bijvoorbeeld middels de QR-code hiernaast. Of kijk op deze pagina!

Laatst gewijzigd: 5 nov. 2022